Per 1 maart 2016 zal het LCR vaccinatiebeleid voor buiktyfus worden aangepast. Dit houdt in dat een groot deel van de bestemmingen waarbij nu een buiktyfusvaccinatie wordt geadviseerd straks geen buiktyfusadvies meer kent.
Op basis van de beschikbare literatuur, de Nederlandse meldingscijfers, het aantal reizigers naar risicogebieden en de richtlijnen van andere landen is er een nieuwe landenlijst opgesteld, waarbij minder vaak buiktyfusvaccin wordt geadviseerd. Waarschijnlijk door toegenomen hygiëne in de landen waar buiktyfus voorkomt, neemt de import van buiktyfus onder reizigers af. Daarnaast hebben de recente en frequente vaccintekorten niet geleid tot een toename in het aantal buiktyfusinfecties in Nederland.
In de landenlijst zijn de voormalige T2 landen (buiktyfusvaccin aanbevolen vanaf 3 maanden verblijf) “geen buiktyfus” landen geworden, een deel van de voormalige T1 landen (vaccineren aanbevolen vanaf 2 weken verblijf) zijn T1 landen gebleven en een deel van de voormalige T1 landen zijn T2 landen geworden. De indicaties voor buiktyfusvaccinatie blijven hetzelfde.
Sinds 2014 is de indicatie voor het buiktyfusvaccin gewijzigd: reizigers die op familiebezoek gaan (VFR’s) zijn toegevoegd als risicogroep. Let er dus op dat u bij het invullen van de gezondheidsverklaring vermeldt dat u bij familie verblijft.
Bron: Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering, februari 2016